De Eerste Wereldoorlog vormt onmiskenbaar één van de meest donkere pagina’s uit onze geschiedenis. Nooit eerder was oorlog immers zo bruut en alomvattend. Nooit eerder werden er zoveel slachtoffers gemaakt, verspreid over zo’n groot gebied. In totaal vielen er naar schatting 9 miljoen slachtoffers tijdens de Groote Oorlog. Deze oorlog kostte aan 70.000 Belgen het leven, waarvan 42.000 soldaten en 28.000 burgers. De eerste maanden waren het dodelijkst, 52% van de burgerslachtoffers viel in de eerste anderhalve maand bij represailles. Er werden 70.000 huizen verwoest en 200.000 zwaar beschadigd. Ook 120.000 hectare landbouwgrond werd verwoest.
De Eerste Wereldoorlog brak in ons land uit op 4 augustus 1914, toen Duitse troepen de Belgische grens overstaken, waardoor voor heel wat landen officieel de Groote Oorlog begon. Nadat de Duitsers via Luik oprukten, kwamen ze al snel naar onze streek en werd door het Belgische leger de moeilijk over te steken Getevallei tussen Tienen en Halen gekozen als geschikte plek om een verdedigingslinie op te werpen. Het Belgische 22ste Linieregiment stond in voor de verdediging van een gebied van Bunsbeek in het Noorden tot net boven Tienen in het Zuiden. Het oorlogsverhaal van dit 22ste Linieregiment dat een belangrijke krijgsrol in onze gemeente en streek gespeeld heeft, begint eind juli 1914 in de Leopoldkazerne in Gent, de thuishaven van het regiment. Begin augustus 1914 werden ze naar deze regio gestuurd en lagen deze Belgische soldaten in Bunsbeek en omstreken. Zij waren gedreven om de vijand tegen te houden, met genegenheid werden zij door de gastvrije inwoners van Bunsbeek ontvangen, velen deelden met hen eten en drinken.
Het 22ste Linieregiment bestond uit 41 officieren en 2.182 soldaten, en richtte in Bunsbeek meerdere grote en kleine wachtposten, zogenaamde “Grandes Gardes en Petit Posts” op. De wachtpost in Schaffelberg GG3 en de wachtpost GG4 op het kruispunt van de Velp op de steenweg Tienen-Diest waren elk met enkele tientallen soldaten de belangrijkste verdedigingsposten in Bunsbeek. Vooral de locatie in Schaffelberg werd strategisch gekozen, omdat men van daaruit een goed zicht had op de komst van de Duitse troepen vanuit Oplinter. Tegenover hen stonden Duitse soldaten van de 6de Divisie van het 3de Legerkorps, de 35ste Brigade en een deel van het 31ste Infanterieregiment. Ruim 16.000 Duitse manschappen tegenover 2.223 Belgische soldaten. Onze soldaten keken aan tegen een overmacht van minstens 7 tegen één en moesten vooral voor tijdwinst zorgen, want hun opdracht was haast onmogelijk.
Onze gemeente werd voor het eerst getroffen op dinsdag 18 augustus 1914, met de komst van het Duitse leger vanuit Neerlinter en Oplinter dat marcheerde naar Bunsbeek, Schaffelberg en Glabbeek. Dinsdag 18 augustus 1914 was een snikhete dag en bij het ochtendgloren werd al duidelijk dat de vijand zeer nabij was. Op de Schaffelberg bewaakten enkele tientallen Belgische soldaten er de voorpost GG3. Tegen de namiddag kregen ze versterking, maar velen vonden geen beschutting en lagen in het open veld. Rond de middag van 18 augustus 1914 barstte op de Schaffelberg de strijd los tussen soldaten van het Belgische 22ste Linieregiment en het Duitse leger. Dit resulteerde in hevige gevechten met heel wat slachtoffers langs beide zijden, maar de overmacht van de Duitse troepen was te groot en rond 15u30 werd Schaffelberg over genomen. Om 16u25 gaf Kolonel Guffens het bevel om terug te trekken richting Vissenaken, want onze jongens konden onmogelijk standhouden en vochten zich terugtrekkend richting Vissenaken. Het 2de Linie regiment dat gedurende heel de dag de achterhoede vormde aan de steenweg Tienen-Diest moest vooral de terugtrekking van het 22ste Linieregiment vergemakkelijken.
Deze gevechten op 18 augustus 1914, hier in onze gemeente, maakten duidelijk dat de vrede, die toen al lang in ons land heerste, ruw doorbroken werd. Voor ons kleine dorp was de balans van deze oorlogsdagen zeer groot. Naast de 30 gesneuvelde Belgische soldaten op Schaffelberg werden er in Bunsbeek door de Duitsers ook 5 burgers doodgeschoten, maar liefst 20 huizen in brand gestoken en ook de kapel op Boeslinter werd afgebrand. En vijf ondergedoken Belgische soldaten werden op 19 augustus 1914 in een tuin in Bunsbeek overmeesterd en gedood. In deelgemeente Kapellen sneuvelden 4 soldaten terwijl ze hun wachtpost verdedigden en werden er door de Duitsers twee burgers gedood, 4 woningen en een windmolen in brand gestoken. In Attenrode-Wever werden op 19 augustus 1914, na een treffen van een Belgische achterwacht te Attenrode met Duitse Ulanen, 2 Belgische soldaten en 10 Ulanen gedood. Hierna werden door de Duitsers 6 onschuldige burgers gefusilleerd en staken ze uit vergelding 17 huizen in brand. Dit was de drieste balans van twee dagen oorlogsleed in onze gemeente. Onze dorpen maakten zich op om hun doden te begraven. Elk slachtoffer kreeg een graf, elk graf gaf een rustplaats aan een persoon die elk een thuis en een familie had. Familieleden van winnaars envan verliezers treurden even erg om diegene die ze op 18 en 19 augustus 1914 in Glabbeekse velden verloren waren. Eén man speelde hierbij een zeer grote rol, de Tiense Rode Kruisverpleger Leonard Reynaerts (foto links). Hij slaagde erin om met een klein team van vrijwilligers groot werk te verrichten. Zij trokken onze velden in om de slachtoffers een laatste eer te bewijzen door hen op een menselijke manier te begraven. Onder de naam gemeentelijke ontgravingsdienst begonnen ze meteen na de gevechten aan hun opdracht. Later werd de benaming van dit team gewijzigd naar ‘Le souvernir du soldat Belge 18 août 1914, Service d’exhumation’. Wat zij toen deden, was allerminst vanzelfsprekend, want uiteindelijk waren ze Belgen die in bezet gebied door de velden liepen op zoek naar gesneuvelde landgenoten. Er kwam met de Duitsers een subtiel compromis tot stand, zodat ze hun werk konden doen maar wel nauwlettend in het oog gehouden werden. Voor de nabestaanden waren Reynaerts en zijn team van onschatbare waarde. Door hun werk was van vele militairen nu bekend waar ze stierven en op welke plaats ze begraven lagen. Voor het rouwproces is het belang hiervan niet te onderschatten. Voor zijn inzet gedurende de hele oorlog kreeg hij enorm veel waardering van de plaatselijke bevolking en overheden. Men zag hem als een held met de schop als wapen.
Het massagraf in de Lindestraat waar op 18 augustus 1914 30 Belgische soldaten in begraven werden, speelt in de 100 jarige herdenking een zeer grote rol. Op deze plaats waar ooit een Lindeboom en een kruis stond, heeft het gemeentebestuur een nieuwe Lindeboom, ook wel vredesboom genaamd, geplant en een herdenkingsmonument geplaatst. Dit is een replica van het oorspronkelijke kruis van 100 jaar geleden. Ook al werden de 30 soldaten uit het oorspronkelijke massagraf herbegraven op de militaire kerkhoven van Sint Margiete Houtem, Grimde en Tienen, hun namen blijven onlosmakelijke herinneringen aan wat er zich hier op 18 augustus 1914 in Bunsbeek op de Schaffelberg afspeelde. De gemeentelijke Cultuurraad verzamelde heel wat informatie over dit massagraf, de burgerslachtoffers en de gesneuvelde soldaten in onze gemeente. Door de inhuldiging van dit nieuw herdenkingsmonument in de Lindestraat, de plaatsing van infoborden en de creatie van een educatief oorlogspad ‘De Lindeboomwandeling’ zetten we als kleine gemeente een belangrijke stap in de ontsluiting van dit lokaal oorlogserfgoed. Het vergroot niet alleen het historische verhaal van de Eerste Wereldoorlog, aangezien heel veel mensen zich misschien niet meer bewust waren van wat zich hier een eeuw geleden heeft afgespeeld. Het risico bestaat immers dat de komende generaties steeds minder en minder zouden te weten komen over deze donkere episode uit onze eigen geschiedenis, en dat willen we ten stelligste vermijden.
Inhuldiging van het monument ter ere van Leonard Reynaerts aan de pastorij in Bunsbeek dat kunstenaar Frederik Vaes in opdracht van de gemeente maakte in 2018
Bloemenhulde aan graf soldaat Jeroom Roye uit Middelkerke
Op 18 augustus 2019 was de gemeente Glabbeek te gast in zustergemeente Middelkerke. Op 18 augustus 1914 was de 21-jarige soldaat Jeroom Hendrik Roye afkomstig uit (Westende) Middelkerke één van de 30 militaire slachtoffers die omkwam bij de verdediging van Bunsbeek. Soldaat Roye was metselaar en nam in 1912 dienst in het Belgische leger. Hij was soldaat 2 klasse (stamnummer 122/57862) en diende bij het Belgische 22ste linieregiment dat naar onze streek werd gestuurd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij werd aanvankelijk begraven in het massagraf onder de Grote Linde in de Lindestraat in Bunsbeek en in 1916 kreeg hij een apart graf op het militair kerkhof van Sint-Margriete-Houtem (graf 162). Zijn naam staat ook op het WO I herdenkingsmonument in Westende. Op deze symbolische dag 105 jaar later legden de burgemeesters Jean-Marie Dedecker en Peter Reekmans samen met delegaties van de gemeentebesturen van Middelkerke en Glabbeek bloemen neer aan het oorlogsmonument in Westende ter nagedachtenis van soldaat Jeroom Roye en al zijn strijdmakkers die de inwoners van Glabbeek kwamen verdedigen.
Meer informatie rond Glabbeek tijdens WO I
Gesneuvelde burgers en soldaten WO I
Inhuldiging Lindeboomwandeling
Herdenking 17/08/2014
De Lindeboomwandeling
Begeleid bezoek oorlogssite