De Sint-Andreaskerk bestond reeds in 1147 onder het patronaat van het kapittel van Sint-Jan-de-Evangelist te Luik. Het kapittel bezat de tienden van de parochie, en stond daarom in voor het onderhoud van de kerk en de priester. In de 16de eeuw had de pastoor het bezit der tienden bekomen van het kapittel. Het kapittel behield het patronaat tot in 1617.
De oude kerk was een klein gebouw: 10 meter bij 6 meter. Ze dateerde uit het midden van de 17de eeuw. Van 1643 tot 1653 stond de kerk vol met de meubelen der Attenrodenaren door oorlogsomstandigheden.
Bij het aanbreken van de 20ste eeuw was de kerk te klein geworden voor de steeds aangroeiende bevolking. Na de afbraak van de oude kerk begon men in 1910 aan een nieuwbouw naar plannen van architect Verheyden uit Tienen. Op 24 oktober 1911 werd de nieuwe kerk door de deken van Lubbeek ingezegend. Ze is 6 meter breder en vier en een halve meter langer dan de oude kerk.
De totale kostprijs bedroeg 48.700 BEF. De staat gaf 21.000 BEF, de provincie 4.700 BEF, de gemeente 10.000 BEF, de kerkfabriek kon niets bijbrengen. De overige 12.000 BEF werden gegeven door de familie de Turck de Kersbeek, op voorwaarde dat er aan de zuidzijde van het koor een plaats werd aangebouwd van waaruit de familie de kerkelijke diensten zou kunnen volgen.
De huidige kerk in neogotische stijl staat op dezelfde plaats als het oude gebouw. De onderbouw van de toren uit 1659, hersteld in 1817, werd behouden en bekroond met een achthoekige spitse toren. De kerk is driebeukig en met bakstenen gebouwd, waarin zandstenen banden en een plint zijn aangebracht. De hoofdbeuk heeft vier traveeën met slechts venstertoppen boven de zijbeuken met vijf traveeën. De apsis heeft drie traveeën en twee sacristieën. Aan alle zijden zijn steigergaten aangebracht onder de kroonlijsten. Een gedenksteen met de wapens van de familie de Turck is aangebracht aan de zuidelijke zijkapel.
Meer info op www.kerkglabbeek.be