Zoals voor vele plaatsen in ons land, waren de beide wereldoorlogen voor Glabbeek bijzonder traumatische ervaringen, die diepe sporen nalieten, zowel in de geesten van de mensen als in het landschap. Omdat deze ervaringen nooit mogen worden vergeten, konden ook deze oorlogsverhalen van bij ons in deze publicatie niet ontbreken.
1914-1918
De Eerste Wereldoorlog brak in ons land uit op 4 augustus 1914, toen Duitse troepen de Belgische grens overstaken, waardoor voor heel wat landen officieel de Groote Oorlog begon. Nadat de Duitsers via Luik oprukten, kwamen ze al snel naar onze streek en werd door het Belgische leger de moeilijk over te steken Getevallei tussen Tienen en Halen gekozen als geschikte plek om een verdedigingslinie op te werpen. Het Belgische 22Ste Linieregiment stond in voor de verdediging van een gebied van Bunsbeek in het Noorden tot net boven Tienen in het Zuiden.
Het oorlogsverhaal van dit 22ste Linieregiment, dat in onze gemeente en streek een belangrijke krijgsrol gespeeld heeft, begint eind juli 1914 in de Leopoldkazerne in Gent, de thuishaven van het regiment. Begin augustus 1914 werden deze Belgische soldaten naar onze regio gestuurd en gestationeerd in Bunsbeek en omstreken. Het 22ste Linieregiment bestond uit 41 officieren en 2.182 soldaten, en richtte in Bunsbeek meerdere grote en kleine wachtposten - de “Grandes Gardes en Petit Posts” - op. De wachtpost GG3 op de Schaffelberg en de wachtpost GG4 op het kruispunt van de Velpe met de steenweg Tienen-Diest waren met elk enkele tientallen soldaten de belangrijkste verdedigingsposten in Bunsbeek. Vooral de locatie op de Schaffelberg werd strategisch gekozen, omdat men van daaruit een goed zicht had op de komst van de Duitse troepen vanuit Oplinter. Tegenover hen stonden Duitse soldaten van de 6de Divisie van het 3de Legerkorps, de 35ste Brigade en een deel van het 31ste Infanterieregiment. Ruim 16.000 Duitse manschappen tegenover 2.223 Belgische soldaten! Onze jongens keken dus aan tegen een overmacht van minstens zeven tegen één en moesten vooral voor tijdwinst zorgen; de vijand definitief tegenhouden was immers haast onmogelijk.
Onze gemeente werd voor het eerst getroffen op dinsdag 18 augustus 1914, toen het Duitse leger vanuit Neerlinter en Oplinter opmarcheerde naar Bunsbeek, Schaffelberg en Glabbeek. Het was een snikhete dag en bij het ochtendgloren werd al snel duidelijk dat de vijand zeer nabij was. Op de Schaffelberg bewaakten enkele tientallen Belgische soldaten de voorpost GG3. Tegen de namiddag kregen ze versterking, maar velen vonden geen beschutting en lagen in het open veld. Rond de middag barstte op de Schaffelberg de strijd los tussen soldaten van het Belgische 22Ste Linieregiment en het Duitse leger. De hevige gevechten eisten heel wat slachtoffers langs beide zijden, maar de overmacht van de Duitse troepen was te groot en rond 15u30 viel de Schaffelberg in Duitse handen. Om 16u25 gaf Kolonel Guffens het bevel om terug te trekken richting Vissenaken; onze jongens konden immers onmogelijk standhouden. Het 2de Linieregiment, dat gedurende heel de dag de achterhoede vormde aan de steenweg Tienen-Diest, moest vooral de terugtrekking van het 22ste Linieregiment vergemakkelijken. Deze gevechten op 18 augustus 1914, hier in onze gemeente, maakten brutaal duidelijk dat het definitief uit was met de vrede, die toen al lang in ons land heerste. Voor ons kleine dorp was de balans van deze eerste oorlogsdagen zeer zwaar. Naast de dertig gesneuvelde Belgische soldaten op de Schaffelberg werden er in Bunsbeek door de Duitsers ook vijf burgers doodgeschoten en maar liefst zeventien huizen in brand gestoken. Ook de kapel van Boeslinter werd afgebrand. Op 19 augustus werden vijf ondergedoken Belgische soldaten in een tuin in Bunsbeek overmeesterd en gedood. ln deelgemeente Kapellen sneuvelden vier soldaten terwijl ze hun wachtpost verdedigden en werden er door de Duitsers twee burgers gedood. Vier woningen en een windmolen werden er in brand geschoten. ln Attenrode-Wever kwamen op 19 augustus 1914, na een treffen van een Belgische achterwacht te Attenrode met Duitse Ulanen, twee Belgische soldaten om. Hierna werden ter vergelding door de Duitsers zes onschuldige burgers gefusilleerd en zeventien huizen in brand gestoken. Dit was de trieste balans van twee dagen oorlogsleed in onze gemeente.
Onze dorpen maakten zich op om hun doden te begraven. Elk slachtoffer kreeg een graf, elk graf gaf een rustplaats aan iemand die een thuis en een familie achterliet. Familieleden van winnaars en van verliezers treurden even erg om diegenen die ze op 18 en 19 augustus 1914 in Glabbeekse velden verloren waren. Eén man speelde hierbij een zeer grote rol: de Tiense Rode-Kruisverpleger Leonard Reynaerts (foto links). Hij slaagde erin om met een klein team van vrijwilligers groot werk te verrichten. Zij trokken onze velden in om de slachtoffers een laatste eer te bewijzen door hen op een menselijke manier te begraven. Onder de naam ‘Gemeentelijke Ontgravingsdienst’ begonnen Reynaerts en zijn mannen meteen na de gevechten aan hun opdracht. Later werd de benaming van dit team gewijzigd naar ‘Le souvenir du soldat Belge 18 août 1914, Service d’exhumation’. Wat zij toen deden, was allerminst vanzelfsprekend, want uiteindelijk waren ze Belgen die in bezet gebied door de velden liepen op zoek naar gesneuvelde landgenoten. Voor de nabestaanden waren Reynaerts en zijn team van onschatbare waarde. Door hun werk was van vele militairen nu bekend waar ze stierven en op welke plaats ze begraven lagen. Men zag hem als een held met de schop als wapen. (Bron: Ruben Donvil)
Het massagraf in de Lindestraat waarin na de gevechten van 18 augustus 1914, op verschillende tijdstippen, dertig Belgische soldaten begraven werden, speelde in de 100-jarige herdenking een zeer grote rol. Op deze plek, waar ooit een lindeboom en een kruis stonden, heeft het gemeentebestuur in samenwerking met de Cultuurraad, een nieuwe lindeboom, ook wel vredesboom genaamd, geplant en een herdenkingsmonument geplaatst. Het monument is een replica van het oorspronkelijke kruis van 100 jaar geleden. Het merendeel van de soldaten uit het oorspronkelijke massagraf werd herbegraven op het militair kerkhof van Sint-Margiete-Houtem, terwijl een aantal anderen reeds vroeger, op vraag van de familie, overgebracht werden naar hun geboortedorp. Hun namen blijven onlosmakelijke herinneringen oproepen aan wat er zich op 18 augustus 1914 in Bunsbeek op en rond de Schaffelberg afspeelde.
De gemeentelijke Cultuurraad verzamelde heel wat informatie over dit massagraf, de burgerslachtoffers en de gesneuvelde soldaten in en uit onze gemeente. Door de inhuldiging van dit nieuw herdenkingskruis in de Lindestraat, de plaatsing van infoborden en de creatie van een educatief oorlogsparcours ‘De Lindeboomwandeling’, zetten we als kleine gemeente een belangrijke stap in de ontsluiting van dit lokaal oorlogserfgoed. Dit vult niet alleen het historische verhaal van de Eerste Wereldoorlog aan ( heel veel mensen zijn zich ook vandaag misschien niet meer bewust van wat zich hier een eeuw geleden heeft afgespeeld). Het zorgt er ook voor dat de komende generaties informatie zullen krijgen over deze donkere episode uit onze eigen geschiedenis.